Het
verhaal van (de familie van) Wim
Wim,
zoals Wolf Tokkie wordt genoemd, woont in de lente van 1942 met zijn
ouders Philip en Hanna, zijn tweelingbroer David en zijn oudere zussen
Nanna en Lientje in de Diamantstraat 31‘“ in Amsterdam. Wim's moeder is
eerder getrouwd geweest. Zijn zussen zijn uit dat huwelijk.
De Duitsers
zijn Nederland binnengevallen. De positie van Joden wordt steeds
moeilijker.
Dat warme voorjaar is het moment waarop
voor het gezin alles zal gaan
veranderen, op een vreselijke manier. Uiteindelijk zal - afgezien van
Wim, die op wonderlijke wijze de verschrikkingen van de oorlog weet te
overleven - het hele gezin vermorzeld worden door de moordmachine van
de nazi's.
In dat voorjaar van 1942 is Wim 19, en
hij werkt vanaf zijn 14e als
diamantslijper. Zijn vader is perser bij een kledingbedrijf. Nanna is
naaister en Lientje werkt
bij de Bijenkorf. David heeft een kantoorbaan. Vlak na het begin
van de oorlog heeft Wim een meisje (Truus Sant) leren kennen dat niet
Joods was. Zij werd zijn vriendinnetje, waar hij na de oorlog mee
trouwde.
|

David Tokkie

Vader Philip

Moeder Hanna

Lientje en Jo

Nanna
en Wim

Ab
Keizer

Briefje van Wim vanuit
de Hollandsche Schouwburg.
(Klik
erop om deze te vergroten)

Oma Naatje
|
David
Er zijn dat voorjaar al heerlijk warme dagen. Begin juni is de Amstel een
prima plekje om te wat verkoeling te zoeken. Wim's broer David
trekt er op uit om samen met vrienden en vriendinnen, waaronder Lou
Gans te gaan
zwemmen. Maar de twee Joodse jongens worden er uit gehaald. Omdat ze
tijdens het zwemmen de ster niet dragen, hoe zou dat ook kunnen?
De niet-Joodse Asta Twelkemeijer is erbij als David en Lou worden
opgepakt. Zij is naar David zijn huis gegaan om zijn ouders in te
lichten. Asta en David waren heel erg bevriend. Niet zomaar een
vriendje, maar De Vriend.
David en Lou worden overgebracht naar de Euterpestraat. Vervolgens gaat Lou naar het huis van bewaring aan de
havenstraat. Hij heeft
mazzel. Hij is nog geen 18, en na een nacht in de gevangenis en een pak
rammel wordt hij naar huis gestuurd. Later zal Lou onderduiken, onder
andere in Nieuwlande (Drenthe) en de oorlog overleven.
David is al 19 en heeft dus pech.
Voor hem geldt het strafrecht voor volwassenen. Hij wordt op 6 juli
overgebracht naar Kamp Amersfoort. Van daaruit gaat hij op 16 juli op
transport naar Auschwitz. Waar nummer 48407 op zijn arm getatoeëerd
wordt.
Binnen een paar weken komt hij daar al terecht in de ziekenbarak. Op 19
augustus vindt hier een selectie plaats en David en 66 anderen worden
met een Fenol-injectie in het hart vermoord. Op 28 augustus zet SS-arts
Meyer in
de overlijdensverklaring: ‘Dood door het falen van hart en
bloedsomloop.’
Philip en Hanna
In 1942 waren er in Nederland allerlei Joodse werkkampen, vooral in het
noorden en oosten van het land. Kampen waar Joodse mannen dwangarbeid
moesten verrichten. In Amsterdam waren zogeheten heen- en weerkampen,
onder andere in het Amsterdamse bos en in de westelijke haven. De
dwangarbeiders daar mochten thuis slapen. Philip Tokkie werkte in de
haven.
Het is 2 oktober 1942. De dwangarbeiders mogen tot hun verbazing na het
werk niet naar huis, maar ze worden naar het station gebracht.
Die dag worden bijna alle Nederlandse werkkampen zo leeggehaald. Hun
familie wordt thuis opgehaald. Alleen Wim's moeder, Hanna
Tokkie-Voorzanger, is op dat moment thuis. Philip en Hanna worden,
samen met vele anderen, naar Westerbork afgevoerd.
In Westerbork aangekomen worden deze mensen niet ingeschreven in het
kamp, maar in de eerstvolgende trein naar Auschwitz gezet. Op maandag 5
oktober vertrekt de trein met 2012 mensen oostwaarts.
Zo'n tachtig kilometer voor Auschwitz, bij het goederenstationnetje in
het Poolse plaatsje Cosel, komt de trein tot stilstand. Alle mannen
tussen de 15 en 55 jaar - in totaal zijn het er die dag zo'n 550 -
worden zonder pardon van hun gezinnen gescheiden en met geweld uit de
trein gehaald. Zij moeten in de omgeving rond Auschwitz, waar veel
Duitse industrie is gevestigd, als dwangarbeider werken. Onder extreem
slechte omstandigheden. De trein rijdt zonder hen door naar
Auschwitz-Birkenau. Daar worden nog eens 40 mannen en 58 vrouwen
geselecteerd voor dwangarbeid. De overigen gaan rechtstreeks naar de
gaskamer.
De mannen en jongens die in Cosel uit de trein zijn gehaald liggen op
de
grond. Wachtend. Van 10.00 uur ‘s avonds tot 6.00 uur de volgende
ochtend. Pas dan verschijnen er vrachtwagens. Wanneer Philip Tokkie
samen met de andere mannen op een van de vrachtwagens klimt, zijn de
andere inzittenden van de trein, waaronder Hanna Tokkie-Voorzanger, al
vermoord in een tot gaskamer omgebouwde boerderij: das Weisse Haus.
Philip Tokkie heeft het in de verschrikkelijke werkkampen maar een paar
maanden uitgehouden en is daar aan uitputting overleden.
Lientje
De jongste zus van Wim heet eigenlijk Sara Voorzanger, maar
iedereen noemt haar Lientje. Lientje trouwt op 16 augustus 1942 met
Joseph (Jo) Reinhold,
een Joodse vluchteling uit Duitsland. Vlak na hun huwelijk word Jo
tewerkgesteld in een Joods werkkamp in Groningen.
Begin oktober '42 worden de Joden van dat kamp naar Westerbork
gebracht. Velen van hen worden in Westerbork niet ingeschreven, maar
meteen op de lijst van het eerstvolgend transport gezet. Maar Jo mag
hier op zijn vrouw wachten. Lientje wil niet dat haar man alleen naar
het Oosten moet gaan, ze wil bij hem zijn, en wil dus ook naar
Westerbork. Er wordt geregeld dat Lientje met de trein naar Westerbork
mag reizen. Maar ze heeft nog nooit met de trein gereisd, dus dat vindt
ze behoorlijk eng. De moeder van het niet-Joodse vriendinnetje van
broer Wim is wel bereid om Lientje naar Hoog-Halen (het station bij
Westerbork) te vergezellen. Lientje wordt toegelaten tot het kamp.
Het jonge echtpaar gaat met de eerstvolgende trein naar Polen. In
Auschwitz-Birkenau wordt het echtpaar direct van elkaar gescheiden. Jo
gaat naar een werkkamp. Vele decennia wordt gedacht dat ook hij daar
was overleden. Totdat in 2015 een brief uit 1947 van Jo opduikt, waarin
aan het licht komt dat hij de
ellende van de oorlog wonderwel heeft overleefd, nog een tijd op
Lientje heeft gewacht en uiteindelijk naar Amerika is geëmigreerd. (Klik
hier voor meer informatie over Jo)
Het wachten van Jo is vergeefs: Lientje wordt op 15 oktober '42
rechtstreeks naar de gaskamer gestuurd.
Nanna
Zonder dat ze het weten zijn eind 1942 alleen Wim en zijn oudere zus
Nanna (die eigenlijk Hanna Voorzanger heette) nog over. Zij
moeten de ouderlijke woning verlaten, verkopen de inboedel en huren een
kamer bij een Joodse familie in de Transvaalbuurt (Colensostraat 3b).
Begin maart '43 wordt daar een razzia gehouden. Zo komen Wim en Nanna
in de Hollandsche Schouwburg terecht.
Daar ontmoeten zij hun voormalige onderbuurman, Ab (Abraham) Keizer
(Amsterdam, 3 december 1904 – Dachau, 5 januari 1945).
Ab zit bij de "ondergrondse" in de Hollandsche Schouwburg. Deze groep
zorgt er voor dat de bewaking zo nu en dan dronken wordt gevoerd. Op
zulke momenten kunnen er mensen uit de Hollandsche Schouwburg
ontsnappen via de achteruitgang.
Zo is Wim in maart 1943 ontsnapt. Dit gebeurt 's avonds. Vervolgens is
hij zoals hem was verteld naar een huis aan de Plantage Parklaan gaan.
Vandaar vertrekt hij de volgende dag naar elders. Wel werd hem gevraagd
om een liter jenever te leveren aan de ondergrondse in de Hollandsche
Schouwburg. Wim heeft op deze manier de oorlog overleefd. Ab Keizer
helaas niet.
Nanna durft niet mee. Ze heeft geen idee waar ze heen zou kunnen
vluchten En ze kent mensen die naar Vught zijn gegaan. Vught lijkt
beter dan Westerbork. Dus gaat zij op 9 maart naar Vught. Van daaruit
vertrekt Hanna via Westerbork naar Auschwitz-Birkenau, waar zij op
21-09-1943 wordt vergast.
Wim
Nadat Wim uit de Hollandsche Schouwburg is ontsnapt gaat hij naar
Arnhem. Daar woont hij in het Spijkerkwartier in een hotel met "kamers
voor een uur". Hij is inmiddels in het bezit van een vals
personsbewijs, zonder de beruchte "J". Wim zegt daar dat hij student
is en naar Arnhem is gegaan om de Arbeitseinsatz te ontwijken.
Overdag bezoekt Wim boerderijen in de omgeving van Arnhem en bedelt om
voedsel. Soms krijgt hij wel eten, maar dat moet hij dan bij de honden
opeten. Ook komt het wel voor dat hij met knorrende maag wordt
weggestuurd, omdat men aan het bidden is.
Na een paar weken gaat hij met een jongen van het hotel zwemmen in het
zwembad. Die jongen haalt in de kleedkamer de zakken van de Duitse
oficieren leeg. Daarbij wordt hij betrapt. Ze moeten beide mee naar het
bureau.
De eigenaren van het hotel hadden allang door dat Wim Joods was. En zij
(Arhemse penoze dus) waarschuwen 'goede' agenten in het bureau dat dit
voor Wim erg gevaarlijk is. Daarop wordt hij vrijgelaten. De Duitsers
komen er achter en gaan op zoek naar Wim. Arhem wordt dus te gevaarlijk
voor hem.
Hij duikt onder bij zijn vriendinnetje en aanstaande schoonouders
(Adriana (Jaan) Sant-Dietz en Marinus Sant).
Terwijl hij zich bij de Joodse Raad laat inschrijven op een ander adres
(Afrikanerplein 19"). Vanaf juli/augustus 1943 leeft hij tot mei
1945 op de zolder en 3e
etage in 2e Oosterparkstraat 36 in Amsterdam. Als er bezoek komt gaat
hij naar zolder, waar hij 's-nacht ook slaapt.
Vaak kijkt hij vanaf de zolder wie er aangebeld heeft. Tot de overburen
komen waarschuwen dat hij dan te zien is.
Na de oorlog
In mei 1945 is de oorlog eindelijk voorbij. Maar de ellende nog niet.
Pas een tijd na de oorlog wordt duidelijk dat Wim als enige van zijn
gezin de oorlog heeft overleefd. Dan blijkt ook dat zijn oma (Naatje
Voorzanger-Dreese, Amsterdam 20-12-1867, Auschwitz-Birkenau
24-09-1942) en 72 van zijn ooms, tantes, nichten en neven het niet
overleefd hebben.
|

|
Op 4 juli 1945
trouwden Wim Tokkie en Truus Sant
|
|
In
herinnering
- Philip Tokkie, 16 december 1893 Amsterdam - 31 augustus 1943
(administratieve overlijdensdatum) Midden-Europa.
- Hanna Tokkie-Voorzanger, 7 september 1887 Amsterdam - 8 oktober 1942
Auschwitz-Birkenau.
- Hanna (Nanna) Voorzanger, 15 februari 1910 Les Lilas (Frankrijk) - 24
september 1943 Auschwitz-Birkenau.
- Sara (Lientje) Voorzanger, 15 juni 1916 Amsterdam - 15 oktober 1942
Auschwitz-Birkenau.
- David Tokkie, 6 augustus 1922 Amsterdam - 19 augustus 1942 Auschwitz.
- Naatje Voorzanger-Dreese, 20 december 1867 Amsterdam - 24
september 1942 Auschwitz-Birkenau
- Abraham (AB) Keizer, 3 december 1904 Amsterdam – 5
januari 1945 Dachau |
De
persoonsbewijzen van Wim Tokkie
(Klik
erop om deze te vergroten)

Voorkant
van zijn echte persoonsbewijs
|

Achterkant
van zijn echte persoonsbewijs
|
Voorkant van zijn
valse persoonsbewijs
|
Achterkant van zijn
valse persoonsbewijs
|

Verklaring
van de Joodse Raad
|
|